De ziel als doel van de mens (2007)
De ziel is hetgene dat maakt dat een boom een boom is!
De ziel maakt dat een eik geen ezel is en dat ik mijn buurman niet ben!
De ziel is onze essentie die zich manisfesteert in wat we zijn (bv. mens, vrouw…) en wie we zijn (bv. George Bush)
De ziel is het `zijn’ zelf en neemt, gezien we `zijn’, een plaats op aarde in.
We zijn een soort collectieve ziel (bv. als bewoners van de aarde) en we zijn ook individueel een ziel (bv. George Bush)
De ziel is essentie, is `zijn’ en is dus in se manifestatiegericht.
De ziel is er om zich te uiten, om zichtbaar te zijn.
Het doel van de ziel is zich uiten, zich manifesteren, en de mens is een uiting van de ziel, derhalve is de ziel het doel van de mens.
De ziel is een proces van voortdurende uiting, van ononderbroken manifestatie van zichzelf.
Als mens kunnen we de ziel tot dusver rationeel en logisch benaderen.
M.a.w. de boom van hierboven hoeft en kan ook zichzelf niet rationeel benaderen, want het bewustzijn van de boom behelst het boom-zijn zelf.
Het denken waarmee we als mens begiftigd zijn, werpt een soort barricade op vòòr de toegang tot dit soort pure bewustzijn. Ons denken eist tekst en uitleg onder de vorm van rationele en logische verklaringen over wat de mens is en waarom hij doet wat hij doet.
Over de ziel nadenken is iets wat we uiteraard op tijd en stond eens moeten doen. Denken is ook erg leuk om doen, het is een instrument waarover we beschikken en we hebben geen enkele reden om het niet te gebruiken.
De vraag is: in hoeverre schiet onze ziel (wat en wie we zijn) ermee op als we slechts `nadenken’ over onze ziel?
Daar de ziel `zijn’ is of manifestatie, is de ziel er om ze te `beleven’.
Dank zij ons leven, ons leven op aarde, kunnen we de ziel `beleven’.
Het instrument waarover we als mens beschikken om de ziel te beleven is het gevoel.
Het gevoel in al zijn betekenissen: het voelen van, het aanvoelen, de emotie….
In de loop van ons mens-zijn is ons voelend bewustzijn enigszins ondergeschikt geraakt aan ons denkend bewustzijn, terwijl het ene zonder het andere niet kan: ons voelen wordt immers onophoudelijk vertaald naar ons denken en ons denken wordt onophoudelijk door ons voelen gevoed en gestimuleerd.
Ook al vertaalt ons voelen zich via onze hersenen naar ons denken om zich aan ons kenbaar te maken, toch is het stilstaan bij wat we voelen een noodzakelijke stap om ons bewust te worden van onze ziel.
Wat voelen we, hoe voelen we ons, wat doet ons iets of net niets, waar zijn we gevoelig aan, waar zijn we `overgevoelig’ voor?
Eigenlijk alle vragen aan onszelf waar de woorden voelen, gevoel, gevoelens, gevoelig in voorkomen, zowel op lichamelijk als op geestelijk vlak, brengen ons dichter bij onze ziel, ongeacht of we ze kunnen, durven of willen beantwoorden.
Indien we aan toch beantwoorden toe zijn, is het uiterst belangrijk dat we de antwoorden op onze voelvragen trachten te benaderen zonder ze te beoordelen.
Dit vergt wel wat oefening: vaststellen voor onszelf wat we voelen of hoe we ons voelen, zonder er een oordeel aan te koppelen, zit niet echt in ons systeem.
Onze geest, ons denken pakt nl. trouw ieder gevoel aan om het te catalogeren en indien nodig te neutraliseren en daarvoor gaat er steeds (vanzelf) een beoordeling aan vooraf.
Het voelen willen we steeds onder de controle van het denken hebben, want we zijn er bang voor.
Maar laten we ons niet laten verlammen door angst, want net dat niet beoordelende voelen van wat we voelen, brengt ons voorbij de barricade van het denken naar de poort van het pure bewustzijn, van het zijn van de ziel.
We zijn onze ziel, of het nu willen of niet, dus we kunnen er niet van gescheiden* zijn, maar we kunnen er wel heel ver van verwijderd zijn in die zin, dat het leven dat we leiden in niets meer lijkt op waar we voor op aarde zijn; m.a.w. we doen van alles waar we zelf niet achter staan, of we doen teveel zaken waarvan we denken dat het zo moet of hoort. Of, we staan wel 100% achter wat we doen, maar als we durven te kijken, zien we dat anderen rondom ons geen deugd hebben van wat we doen of van de manier waarop we iets doen….
Kortom als we gewoon even rondom ons kijken hoe de wereld eruit ziet, dan is het wel duidelijk dat we met zijn allen nogal veraf van onze ziel leven, zowel collectief als individueel.
Het herstellen van het contact met de ziel is een levenswerk, nooit saai, nooit ééntonig, uiterst boeiend….
Bij aanvang van het zielenwerk kunnen onze levens gaan hotsen en botsen, maar gelukkig laat ook erg voelbaar positief resultaat nooit lang op zich wachten, eens we met dit werk begonnen zijn.
* de ziel mag bij sommige – of veel- mensen associaties met godsdiensten of bepaalde levensbeschouwingen oproepen: ik denk dat de ziel in alle religies, alle culturen en alle levensbeschouwingen voorkomt. In het boeddhisme – een levensbeschouwing volgens de leer van Boeddha- speelt de ziel zelfs een heel prominente rol (cfr. reïncarnatie of zielsverhuizing, karma…).
Maar in deze uiteenzetting wil ik graag het wezen van de ziel slechts rationeel kaderen, beperken tot wat we zeker met ons verstand kunnen bevatten: de essentie, het zijn zelf. Dit maakt dat iedereen, christenen, moslims, joden, alle lokale godsdiensten, agnostici, atheïsten, ietsisten, enzovoort, zich kunnen vinden in het “ziel zijn” en aldus de weg naar de ziel of naar de eigen essentie kunnen aanvatten.
M.a.w. bij de manier waarop ik hier de ziel tracht te beschrijven, tracht te bevatten, komt het woord of het begrip “geloven” niet aan bod. “Geloven” in de zin van: alles wat ik aanneem en dat niet waarneembaar is met mijn zintuigen.
Wat we waarnemen is nl. de uitdrukking van de ziel en ons werk bestaat erin om vanuit de uitdrukking of de uiting van de ziel, de essentie te ontdekken. Het al dan niet geloven of gelovig zijn is dus noch een vereiste, noch een voorwaarde, noch een voor- noch nadeel indien we de ziel willen ontdekken of leren kennen.