Ik heb geleerd om de eerste dagen nadat ik in Ghana ben aangekomen, nooit vragen te stellen.
Telkens ik naar ons project ga, moeten er talloze situaties worden uitgeklaard die telefonisch niet mogelijk zijn.
Vroeger viel ik dan maar meteen met de deur is huis: ik wou zo vlug mogelijk overzicht krijgen en klaarheid scheppen over hoe de zaken gelopen waren tijdens mijn afwezigheid, zodat ik niet te veel tijd verkwanselde. Ik wou er, zoals het een goeie westerling – West-Vlaming!- betaamt, meteen de beuk in te zetten: de tijd die ik er verblijf is immers beperkt. Gedurende die periode ben ik steeds voorzien van fondsen, goeie moed, goeie wil en een goed hart om het lot van mijn Ghanese ‘familie’ heel concreet wat hoopgevender te maken.
Maar vragen m.b.t. de stand van zaken hebben geen zin. De antwoorden die ik krijg zijn antwoorden waarvan men denkt dat ik ze graag hoor. Met vallen en opstaan heb ik het geleerd om te denken: “Die mensen zien me zo graag dat ze me nooit antwoorden zouden geven die me misschien doen panikeren, wenen, roepen… of weglopen!”.
In Tanoso, onze leefgemeenschap, moet ik dus afwachten en ondertussen iedereen formeel ontvangen en begroeten. Begroeten betekent wat tijd samen doorbrengen (alnaargelang het belang van de persoon een half uurtje tot 2 uur of langer), water aanbieden en geduldig antwoorden op dezelfde vragen die iedereen stelt: “How are you?” “How is Maria?” “How is your husband?”, “How is your sister?”, “How is your father”, “How is your mother?”, “How is Maria doing at school?” en als mijn famile zowat rond is: “How is Belgium?”, “How is Europe?”… om vervolgens “How is life?”, … waarna ik hetzelfde moet doen: “How are you?”, “How is your wife?”, “How is …etc”, om te eindigen met “How is Ghana?”, “How is life?”
Voor ik het weet is er vaak al een week voorbij: de mensen zijn soms ‘busy’ en kunnen niet meteen komen, anderen komen van ver. Ondertussen heb ik me in een lagere versnelling kunnen laten glijden, heb ik mijn manier van denken op de Afrikaanse golflengte gekregen en heeft mijn lichaam zich aangepast aan de (vooral deze keer) verstikkende hitte. In die week, loop ik rond in ons huis, ik luister vooral en hier en daar stel ik kleine onverdachte vraagjes. Ik laat nooit (meer) merken dat ik door de antwoorden soms van mijn sokken geblazen ben, want dan kan het nog veel langer duren vooraleer ik weet hoe de vork aan de steel zit.
Ziehier in een notedop het vervolg op enkele enkele situaties die ik vorige keer beschreven heb.
********
-De Ashanti-koning heeft nog geen begrafenis gehad (funeral): wel is hij al ter aarde besteld (burial)! Ik wist niet dat dit 2 aparte evenementen waren.
De burial was een heel groot feest en alle grote en kleine chiefs waren van uren, zelfs dagen ver, komen opdagen. De dienst heeft 5 dagen geduurd. Otumfuo zelf, dit is de opperste Ashanti-chief die zijn paleis heeft in Kumasi en inspraak heeft op het hoogste politieke niveau van het land, was er niet persoonlijk bij, maar hij had een hele belangrijke delegatie gestuurd.
De laatste nacht, liepen vele chiefs rond in volledig zwarte traditionele kleren (een ca. 7 meter lange, brede lap stof die volgens strikte regels rond hun lichaam is gedrapeerd) ; hun gezicht – dat in mijn ogen althans – al nachtzwart is, was volledig zwartgeverfd en ze hadden één of ander kruid ingenomen waardoor het wit van hun ogen rood geworden was.
Zo dwaalden ze door de nacht, de wapens van hun voorouders in de aanslag: machetes, dolken en zwaarden, maar ook ‘antieke’ geweren, die weliswaar werkten. Dit was de nacht dat ze de chief zouden begraven. Degenen die al ooit een teraardebestelling van een chief meegemaakt hadden, of erover gehoord hadden (?), liepen nadat de geweerschoten losbarstten, midden in de nacht zo ver weg ze konden en raadden de anderen aan dit ook te doen. De gewapende chiefs zouden iemand doden om samen met de overleden chief te begraven; de ongelukkige zou ongemerkt onder de chief in hetzelfde graf worden gelegd. Ik dacht dat ik droomde en vroeg uitleg aan Nana, die zelf ook chief is. Hij legde uit dat er bij de delegatie die Otomfuo gestuurd had 2 nietsvermoedende mensen meegeleverd waren om te doden en mee in het graf te worden gelegd. Bij dit kaliber van chief wordt er slechts 1 meegegeven, maar er werden er 2 aangeboden. Dit is hoe de traditie het wou. Maar tijdens de vele, ellenlange beraadslagingen hadden de chiefs uit de kring van de overleden chief, waartoe ook Nana behoorde, besloten dat de tijden veranderd waren en dat er geen mensenbloed moest vloeien, dat enkele geiten ook geschikt waren als begeleiders naar het hiernamaals.
Maar op de teraardebestelling waren er veel chiefs aanwezig die van afgelegen gebieden kwamen; velen kenden elkaar niet en ze hadden ook niet deelgenomen aan de beraadslagingen. Velen van hen wisten niets van de onderhandelingen en vonden het normaal dat de traditie in zijn oorspronkelijke vorm moest uitgevoerd worden, indien ze de toorn van de voorouders niet op zich wilden halen. Bij de begrafenis van de voorganger van Otumfuo, hadden ze 3 mensen onder zijn kist gelegd. Op de nacht van de teraardebestelling zelf hadden ze de nodige drank en (drugs?) genomen en zich onherkenbaar gemaakt zodat niemand achteraf kon zeggen wie van hen gedood had : ze schoten en hakten, net zoals de traditie het voorschreef.
Iedereen die ik ken die op begrafenis was, is die nacht stijf van angst zo ver weg gelopen als hij of zij kon, samen met massa’s andere mensen. Op mijn vraag of er uiteindelijk iemand vermoord is geworden, kon niemand mij antwoord geven.
********
– Ik heb niet kunnen achterhalen wat er precies met mijn mooie lieve koe gebeurd is die ik gekocht had als bijdrage voor de begrafenis. Mijn bedoeling met de koe was om geen geld te doneren dat voor het grootste deel in de zakken van enkele oppersten zou verdwijnen. Iedereen zou de koe zien (héél belangrijk in Ghana!) en ze zouden ze met zijn allen kunnen opeten (sprak de vegetariër!). In mijn bijzijn, dus toen ik het voorstel deed, hadden de chiefs de koe aanvaard, maar nadat ik de koe gekocht en naar het dorp verstuurd had, hadden ze haar geweigerd omdat er ‘een man zou sterven’ als ze iets anders dan geld zouden aanvaarden. Ik was toen al terug in België en enkele dagen en talrijke telefoons later, was er besloten om de koe toch te aanvaarden. Ze hadden nl. de ‘case’ aan Otumfuo zelf voorgelegd en hij had gezegd dat hun afwijzing beledigend was voor mij.
Maar ze hebben de koe toch verkocht, bovendien fel onder de prijs waarvoor ik ze gekocht had – een Ghanees zal nooit wachten tot hij een geschikte prijs krijgt, hij wil altijd direct geld, hier en nu. De reden voor de verkoop was, dat ze geld nodig hadden om de electriciteit te betalen om het lijkenhuis waar de chief in opgebaard lag te verlichten*!! Vraag het aan iedere Ghanees: in Ghana besteedt men meer zorg en aandacht aan je wanneer je dood bent dan wanneer je ziek of hongerig bent.
Ik heb officieel laten weten dat ik en mijn organisatie beledigd zijn.
Ik ben ook niet naar het dorp gegaan. Ik had voorlopig genoeg van hun hele rimram.
Naar aanleiding van de officiële mededeling dat ik beledigd ben, hebben ze de linguïst samen met een sub-chief naar me toe gestuurd, met een officiële boodschap voor mij.
Die luidde dat ik inderdaad niet kon weten dat ze electriciteit nodig hadden i.p.v. een koe!! Maar om mij te helpen (!) hen toch te geven wat ze nodig hadden, hebben ze de koe verkocht! ” Maar, ” zo luidde de rest van de boodschap: “Dit was slechts de teraardebestelling, de begrafenis van de chief volgt nog. De begrafenis zal minstens 2 weken duren, waarschijnlijk 3 weken, en ze zullen de datum pas vastleggen nadat ik aangegeven heb wanneer ik terug in Ghana zal zijn. Als ik voor deze gelegenheid weer zou willen een koe geven, dan raden ze me aan om die te geven als ‘an additional gift’, naast mijn geldelijke bijdrage. Ze garanderen me dat ze de koe dan niet zullen verkopen”.
GgggggrrrrrrrrrrrrrrrRRRR…!
*Er is nu ook electriciteit in het dorpje: ze wordt vooraf gekocht via ‘units’).
*******
– De dame uit ‘Het succesverhaaltje van 500 euro’, Obayaa, doet het nog steeds goed.
Ze verdient meer dan ze nodig heeft voor haar dagelijks voedsel. Ze heeft me haar spaarboekje getoond, waar al een aardig bedragje opstond. Dit heeft ook te maken met het feit dat die 500 euro een gift was en geen lening. Ze wou overschakelen van haar houten tafel met paraplu, naar een heuse ijzeren kiosk (kiosk= soort gebouwtje in hout, maar meer en meer in ijzer, waarin men handel drijft), en vroeg me daarvoor 1000 euro.
Dit is dan typisch aan de Afrikaanse (Ghanese?) manier van denken: i.p.v. ervan uit te gaan dat je binnenkort zelf op eigen kracht een kiosk kan kopen, ga je toch weer trachten die blanke te overtuigen om dat voor jou te doen. Na een geduldige uitleg – andere mensen kunnen met dit geld opgestart worden – begreep ze dat mijn organisatie dit niet kon.
De dame is volledig ongeletterd, is nooit naar school geweest, haar beide ouders zijn gestorven toen ze een kind was. Ik heb veel bewondering voor haar en de manier waarop ze zich door het leven slaat. De schoolkosten voor haar 2 kinderen worden door de vader gedragen.
We zijn samen naar het ziekenhuis geweest voor een adviserend gesprek over ‘family-planning’, want ze was bang dat als ze opnieuw zwanger zou worden, dit haar business en financiële toestand zou ruïneren. In Ghana kun je maandelijks of 3 maandelijks -voor heel weinig geld- een hormonenprik halen. Maar ze wil de prikpil niet, want ze heeft gezien bij anderen dat je er dik van wordt en ze is al niet te mager….
Andere middelen bleken in Ghana niet gangbaar (pessarium, spiraaltje) of niet haalbaar (temperatuur, condoom…). Ze vertrouwt momenteel op een combinatie van periodieke onthouding en coïtus interruptus, maar soms vergeten zij en haar man het…
*******
– Het succes van Obayaa is mede te danken aan Mr. Twumasi Ankra, die haar monitoort. In een vorige Liefdesbrief deed ik een oproep voor een gratis oude laptop voor hem. Via via heb ik er een kunnen kopen voor 40 euro. Mr. Ankra moest nog alles leren, maar hij heeft meteen een projectje opgezet met een heel aantal kinderen om het allemaal samen te leren, op die ene laptop en rond die ene persoon die er alles van kent. Toen ik een paar weken later terugging, was ik verrast over wat ze al allemaal konden. Ok, Mr. Ankra zelf bleef een beetje achter op dat jonge grut, maar hij is dan ook al ongeveer mijn leeftijd!
*******
-De rekening die we geopend hebben voor het huis in Tanoso (het samenwoonproject Elteyesar) is niet helemaal gebruikt geweest zoals voorzien. Met het geld hebben ze een extra keuken gezet en dat is een hele goeie zaak. Maar algemeen waren er slechts gelden afgehaald geworden en waren er geen bijgekomen (uit de verhuur dus).
Bovendien stemden datum en bedragen van het depositoboekje van geen kant overeen met die in het dagboek. Ik bespaar u de beschrijving van alle uiterst doorzichtige grappige elementaire boekhoudkundige kunstjes die men had toegepast.
Wat ik eigenlijk niet mocht weten was dat Kwaku (de volmachthouder) geld had afgehaald om te voorkomen dat Joe, de jongste broer die kreupel is en van Stof en Aarde een maandelijks leefminimum krijgt, de gevangenis in vloog.
Hij had weeral eens schulden gemaakt (meer dan 200 euro) en de schuldeiser was het aan het lijntje houden en het geruzie beu en was naar de flikken gestapt.
In Ghana vlieg je in de bak zonder eten en zonder drinken: je bent volledig afhankelijk van wat je familie je brengt. Ze laten je pas gaan als je schuld betaald is plus uiteraard nog wat ‘drinkgeld’ voor de politie. De familie vond dat Joe, gezien zijn handicap de bak niet inkon en hun enig uitweg was creatief zijn met de rekening van het huis!
Het heeft ongeveer 2 weken geduurd voor ik de ware toedracht kon achterhalen.
Ik had nl. vooraf -gebaseerd op mijn jarenlange ervaring met hun eigen creativiteit- gezegd en opgeschreven waarvoor het geld van het huis allemaal niet mocht gebruikt worden: not to pay debts, not to stay out of jail, not to go to the hospital, not for any funeral, even if it would be for somebodies own father, not for any matter of life and death, not to remove any curse….
Maar dat was niet alles. Zo bleek ook dat een kamer die vrijgekomen was, dubbel verhuurd was geworden! Beide huurders waren erachter gekomen en uiteindelijk wilde geen van beiden er nog wonen (ze betrouwden de landlords niet meer!), dus wilden ze allebei hun geld terug. De ene had al volledig betaald (ca. 450 euro) en de andere een voorschot (ca. 250 euro). In Ghana huur je en betaal je een kamer voor 4 of 5 jaar. Vertrek je voor die periode om is, dan moet de eigenaar je het resterende bedrag terugbetalen.
De vrouw die de kamer verlaten had, had slechts een deel van haar huur terugbetaald gekregen en de rest van het ontvangen geld, van die 700 euro dus was voor het grootste deel getransformeerd geworden in chop-money (opgeconsumeerd dus). Net voor mijn komst hadden ze inderhaast met het restje geld nog een pot verkeersrode verf gekocht om de ingang van het huis plus de toiletten te schilderen. Toen ik na enkel weken opmerkte dat ik de kosten van de pot verf niet terugvond in het boek noch op het depositoboekje – verf is duur in Ghana – en de rekening dient nu eenmaal voor alle kosten aan het huis, zei de landlord heel genereus : “don’t mention it”!
*******
Ik denk dat er niets moeilijker is dan mensen die in armoede leven en die als kind geen betrouwbare ‘voedselbasis’ meegekregen hebben, te leren omgaan met geld en goed.
Ook in onze cultuur zien we hoe kansarmen budgetbegeleiding krijgen van week tot week. In de supermarkt lopen diezelfde kansarmen taterend tegen het meest recente gsm -modelletje, hun winkelwagentje gevuld met chips, bier en cola.
In Ghana is het niet anders: is er geld, dan is er veel eten en drinken ze zich lazarus van blijdschap, ze kopen schoenen, kleren, en een (nieuwe) gsm. Budgetteren, denken aan morgen zit er niet in.
Als ik er ben, voorzie ik dagelijks in eten voor de ‘extended’ familie. Dit is me van in het begin (1998) zo aangeleerd geworden. In Ghana is degene die geld heeft o.a. verantwoordelijk voor het dagelijkse voedsel van zoveel mensen als hij financieel aankan.
Ben je blank dan ben je volgens hun normen hoedanook heel rijk. Zij beseffen niet dat je als blanke ook je limieten hebt. Hoe pijnlijk het ook kan lijken, steeds opnieuw als ik aankom, moeten ze een opsomming maken van degenen die dagelijks zullen meeëten tijdens de periode dat ik er ben. Ze komen gewoonlijk uit op zo’n 7 à 9 personen, nadat ik een aantal namen geëlimineerd heb met “Wie is dat?” of ” Die ken ik niet” of “Is die nu ook al familie?” of “Hoeveel broers heeft die wel??”. Ik geef 8 à 10 euro voor de maaltijd, naargelang de kost van het recept waar ze zin in hebben. Ik weet donders goed dat er voor dit geld meer mensen dan het opgegeven aantal kunnen meeëten en daar ben ik blij om. Maar als ik er geen systeem in stop, verhuist binnen de kortste keren het hele thuisdorp (Abodom, het dorp van de koe) naar ons huis en zit de helft van de huurders ook rond de pot. Ik kan hen weliswaar allemaal voeden, maar we zouden dan geen fondsen meer hebben om handeltjes op te starten, om jongeren naar school te sturen, om het huis te herstellen enz. Kortom om mensen te helpen opstarten om te voorzien in hun eigen behoeftes.
Op een zondag had ik een grote geit gekocht, bergen plantain en yam om fufu te maken en alle ingrediënten voor een goeie stevige soep om de geit klaar te maken. Kostprijs zo’n 30 euro in totaal. Een geit wordt daar letterlijk helemaal opgegeten: ook de huid, de kop, de poten en alle ingewanden.
Die avond hadden ze allemaal zoveel gegeten, dat hun buiken ervan uitpuilden. Het was een leuke dag geweest vol grappen en grollen en we hadden ook nogal wat bezoek over de vloer gehad, zoals steeds op zondag ‘after church’.
De dag erna was ik in Kumasi in de late namiddag verrast geworden door een heftig onweer. Al schuilende had ik een oude bekende tegengekomen en na het onweer waren we er een gaan drinken, waarna er een nog heviger onweer losbrak, waardoor we er nog een gedronken hadden. Daardoor was ik ’s avonds veel later dan verwacht thuisgekomen. Niet wetende dat ik zo laat thuis zou zijn, had ik voor mijn vertrek geen geld achtergelaten voor het avondmaal. Tijdens het eerste biertje had ik aan hen gedacht, maar de rest van die geit schoot me te binnen, samen met de voorraad yam en plantain, ik moest me dus geen zorgen maken. Toen ik in jolige stemming (2 onweders en 2 bieren later!) thuiskwam, zaten ze daar allemaal naast mekaar voor het huis met een lang, triestig gezicht. Ik dacht dat er iets ernstigs gebeurd was. Joe zei dat ze triestig waren omdat ze honger hadden! Verrast informeerde ik naar de geit. Bleek dat ze de geit vroeg in de ochtend hadden opgewarmd, nieuwe fufu hadden gemaakt en ontbeten hadden. En nu zaten ze daar op ‘hun’ manier te overleven: nl. je een gevoel te geven dat je hen in de steek hebt gelaten. Het is een strategie als een andere, en als er geen werk is, als er geen mogelijkheden zijn – of je bent niet in staat om ze te zien- dan ontwikkelen mensen andere overlevingsstrategieën die ze onbewust verfijnen en optimaliseren.
Ik voelde mijn tipsy stemming omslaan in weemoed. Gelaten hopeloosheid nam het van me over en ik hoorde mezelf zeggen: ‘Ik ga slapen mensen, we zullen morgenochtend wel zien wie van jullie het niet heeft overleefd!’.
********
Heel Ghana ziet er uiteraard niet uit zoals ik het hier beschrijf. Je hebt er ook rijke en hele rijke mensen, sjieke Amerikaanse auto’s, je hebt er universiteiten en hogescholen, bedrijven, ondernemers, en Chinezen die momenteel in Accra en Kumasi gigantische investeringen aan het doen in het wegennet. Kortom er is ook een ander Ghana.
Daarnaast is er ook het Ghana dat geholpen wordt, dat meedraait in talloze internationale ontwikkelingsprojecten en waar behoorlijke fondsen mee gemoeid zijn.
In het stukje onvervalste Ghana dat ik beschrijf, hebben ze nooit een NGO gezien, noch zijn er mensen uit de leefgemeenschap in Tanoso, noch uit de thuisdorpen ooit benaderd geweest om deel te nemen aan en of ander intiatief.
Om subsidies en sponsorgelden voor projecten los te weken, moet je ongetwijfeld heel concreet positieve en meetbare resultaten kunnen registreren en voorleggen.
Ik vrees dat het met deze mensen te moeilijk is om langdurige, laat staan meetbare resultaten te kunnen garanderen.
Mensen vragen me vaak waarom ik daar doe wat ik doe?
Een deel van het antwoord ligt voor de hand: niemand ziet om naar deze mensen.
Maar er is nog een -gelijkwaardig- antwoord.
De mensen waarmee ik leef zijn niet het soort mensen waar veel succes en bevestiging mee te behalen valt. Dus op een dag merk je dat je een sprong hebt gemaakt en dat je hebt leren werken en gelukkig zijn zonder zichtbaar succes en zonder bevesting.
Deze mensen hebben overlevingsstrategieën ontwikkeld die zo oud en cultuurgebonden zijn dat je als westerling veel tijd en ervaring nodig hebt om ze te begrijpen. Wil je écht begrijpen, dan moet je kunnen je eigen denksysteem op de helling te zetten. Op een dag durf je dat en kun je dat. Eenmaal je in staat bent eigen denksysteem uit te schakelen, kun je makkelijk je weg vinden in ieder ander denksysteem.
Alles wat ik daar geleerd heb, is van onschatbare waarde en ik leer nog steeds bij.
Wat ik ook doe voor hen, het is slechts een vergoeding voor de persoonlijke rijkdom en ontwikkeling die ik mocht doormaken dank zij hen.
Ik voel me nooit de blanke die de arme negertjes gaat helpen. Ik zie onze relatie als een 100% evenwaardige uitwisseling: zij verrijken me op geestelijk, emotioneel en spiritueel vlak. De kennis, vaardigheden en inzichten die ik opdoe, kan ik bovendien delen met de mensen hier om hen te helpen bij hun levensvragen.
In ruil tracht ik zo veel mogelijk mensen heel concrete te helpen om dààr te blijven, om een weldadig leven op te bouwen, om hun kinderen naar school te sturen….
Net als hier kan je in Afrika slechts praten met iemand als hij geen honger heeft.
En dat is net de uitdaging aan Afrika, die iedereen met enige Afrika -ervaring zal beamen: eenmaal het buikje vol is, is het niet meer nodig om nog te praten over hoe het de volgende keer gevuld zal geraken!