Motivatie
Stof en Aarde stimuleert sinds haar ontstaan op alle mogelijke manieren het bewustzijn dat ieder mens moet kunnen doen waar hij goed in is.
Iedereen zou zich moeten kunnen bekwamen in wat hij echt graag doet, in datgene waarvoor hij zich gemaakt voelt, waarvoor hij zich geboren voelt…..
Op die manier ontwikkelen mensen meer levensvreugde en hebben ze veel minder externe opvulling en surrogaten nodig om zich goed en gelukkig te voelen.
Is het toeval dat Stof en Aarde op die manier weer eens op haar stokpaardje uitkomt: iemand die zich goed, voldaan en vervuld voelt, zal minder (nodeloos) consumeren?
Bovendien zal iemand die zich ècht goed voelt, dit gevoel bewust en onbewust aan anderen doorgeven. Angst en competitie vallen weg: wat de andere ook doet, wie hij/zij ook is: de zon mag voor iedereen schijnen.
De kunstenaar heeft geen vanzelfsprekende plaats (meer) in de maatschappij.
Kunstenaars zijn mensen die zich uiten en waarmaken door mooie en/of interessante dingen te maken voor zichzelf en/of voor andere mensen, die er op hun beurt naartoe kijken/luisteren/voelen/ruiken en ervan genieten.
Kunst waarnemen is niet noodzakelijk steeds genieten; kunst ervaren kan ook pijn doen, herinneringen en gevoelens losmaken, confronterend zijn….
Kunst is een veruiterlijkte mix van gevoel en communicatie en de kunstenaar een medium. Universele verlangens, twijfels en angsten, geluk, gevoelens van liefde en haat enz., krijgen via allerlei kunstuitingen een concrete vorm in de werkelijkheid; via de kunst leggen ze een weg af van een puur geestelijk bestaan naar een materiële vorm. De kunstenaar is het kanaal van die transformatie.
In locale traditionele culturen van vroeger (en nu) heeft de kunstenaar zijn eigen plaats en krijgt hij absolute erkenning: m.a.w. hij moet bij manier van spreken niet overdag gaan jagen op voedsel om dan nog ’s avonds zijn maskers, siergewaden of sculpturen te maken. Hij kan net als de medicijnman (als het al niet één en dezelfde persoon is!) naar believen met zijn ding bezig zijn en de gemeenschap brengt hem voedsel als wederdienst. De gemeenschap is zich nl. bewust van zijn noodzaak, want alle kunst die hij maakt staat in functie van de goden (danken, eren, afsmeken). Hij is een belangrijk en onmisbaar onderdeel van de gemeenschap, want het is niet aan iedereen gegeven om voortdurend vorm te geven aan de verborgen en onzichtbare geestelijke wereld.
In onze moderne tijd hebben we de goden gelaten voor wie of wat ze zijn.
Dit neemt echter geenszins het belang en de noodzaak weg om binnen onze samenleving de mensen die zich geroepen voelen om vorm te geven aan onze diepe gevoelens en zieleroerselen door ze te schilderen, te bezingen, te beschrijven enz., te erkennen en een volwaardige plaats te geven. De geestelijke, emotionele en spirituele aspecten van de mens transformeren naar de materiële werkelijkheid werkt bezwerend en aldus helend, zowel voor de kunstenaar als voor zijn publiek.
Vandaar ook dat we erop moeten toezien dat de kunstenaar zijn ding kan doen, door als samenleving in zijn basisbehoeftes te voorzien.
Wat is kunst?
Wat is kunst niet?
Het is geen afgebakende discipline! We moeten geen grens trekken rond kunst en dan gaan bepalen: dit is kunst en dit is het niet. Waarom zouden we dat doen? Waarvoor is dat nodig?
Als we het opgeven om grenzen te trekken rond de bepalingen en zelfs rond de verschillende disciplines, dan ervaren we kunst als een dynamisch en vitaal onderdeel van de samenleving.
Kunst is de verbeelding van ons leven, of het nu op een plastische manier is, of muzikaal of met woorden en gedichten, dans of zang..
Die verbeelding van ons leven is er altijd en we kunnen niet zonder.
Sommige kunstenaars verbeelden op een manier die ons aanspreekt, raakt of roert, en anderen brengen niets of weinig bij ons te weeg.
De vraag of iets kunst is, wordt hierdoor volkomen onbelangrijk.